VVAZ
Intermedis

Klik hier voor
onze diensten

Intermedis A & A

Eigenaar gestolen Golf rommelt met facturen en kan uitkering Centraal Beheer vergeten

Geplaatst op: 18-04-2019, 13:30:08

Centraal Beheer kreeg terecht argwaan toen de eigenaar van een Volkswagen Golf zijn auto in januari 2016 als gestolen opgaf. Hij claimde een aanschafwaarde van 19.000 euro, terwijl de auto enkele maanden daarvoor op Speurders stond voor 15.950 euro. Toen de verzekeraar navraag deed, loog hij over zijn eigenaarschap, de wijze van aanschaf en bleek er gerommeld met de facturen. Het gerchtshof in Amsterdam oordeelde dat Centraal Beheer gerechtigd was de complete claim af te wijzen.

De man verklaarde in een expertiserapport een BMW 320 cabriolet te hebben ingeruild voor de Golf Gti. Hij moest naar eigen zeggen nog 1.500 euro bijbetalen. Toen Centraal Beheer enkele weken later bij de verzekerde langsging, had de man een factuur klaarliggen van AutoCompact in Hengelo, gedateerd op 1 juli 2015. Daarop stond dat de Golf Gti uit 2009 met een kilometerstand van 155.000 verkocht was voor 18.950 euro.

Inruil

De eigenaar verklaarde dat hij dat bedrag contact had voldaan. Hij kon dat niet onderbouwen met opnames bij de bank. Als de onderzoeker hem eraan herinnert dat hij eerder opgaf een BMW te hebben ingeruild, bevestigt hij die lezing. Hij had geen verklaring waarom dat niet was aangegeven op de handgeschreven factuur van het autobedrijf.

Tenaamstelling

De onderzoeker vraagt hem ook wie de auto op zijn naam liet stellen. Dat was het autobedrijf geweest volgens de man. Uit de gegevens blijkt echter dat de auto op 1 juli 2015 op naam stond van een vrouw uit Hengelo. Als hij daarmee geconfronteerd wordt,  zegt hij: “Het schiet mij nu te binnen dat ik het kenteken inderdaad na aanschaf eerst op naam van een vriendin van mij heb laten stellen.”

Vriendin

Als blijkt dat de opgegeven aankoopdatum, de tenaamstellingen en de factuurdatum niet overeenkomen, vraagt de onderzoeker voor de tweede keer of de factuur wel origineel is. “Nee u hebt gelijk. Dit is niet de factuur die ik bij aanschaf heb gekregen. Ik heb deze factuur opgehaald nadat de heer [X] van Achmea bij mij is gekomen en om een aankoopfactuur vroeg. Die factuur kon ik echter niet geven omdat in die factuur de naam [vriendin] was vermeld als koper. Ik ben daarna teruggegaan naar AutoCompact en op dat moment is een andere handgeschreven factuur opgemaakt en aan mij verstrekt.”

Belastingdienst

De onderzoeker vraagt daarna waarom zijn vriendin überhaupt de auto op haar naam kreeg. Hij antwoordt: “Ik weet dat het allemaal niet logisch klinkt. Ik heb de VW op naam van mijn vriendin gesteld en ook de factuur bij aankoop op haar naam laten stellen, ik heb daarover niet de waarheid verteld omdat ik haar erbuiten wilde laten. Ik wilde de auto niet op mijn naam hebben omdat ik bij mijn vader in de zaak werk en ik niet wilde dat de Belastingdienst op de hoogte was dat ik deze dure auto kon kopen.” Een week na de aanschaf liet hij de auto wel op zijn eigen naam zetten, omdat het ‘niet meer zo lekker liep’ tussen hem en zijn vriendin.

Koppeling

Naast het gerommel met de facturen bleek de man ook te liegen over de onderhoudsstaat van de auto. Hij zou technisch perfect gekocht zijn, maar vlak na de aankoop moest hij al de koppeling laten vervangen. Al met al was het voor Centraal Beheer voldoende reden om de claim in zijn totaliteit af te wijzen. Een beslissing die standhield bij de kantonrechter en werd bevestigd door het gerechtshof.

Opzet

Het hof schrijft in het vonnis: “Gelet op dit samenstel van gedragingen en omstandigheden en in aanmerking genomen dat [appellant] geen andere, plausibele verklaring heeft gegeven voor het gebruik maken van een onjuiste factuur en het herhaaldelijk afleggen van leugenachtige verklaringen is de conclusie gerechtvaardigd […] dat [appellant] zijn informatieplicht heeft geschonden met het oog op het verkrijgen van een hogere verzekeringsuitkering dan hem toekwam en daarmee met het opzet om Achmea te misleiden.” 

Buitenproportioneel

De eiser stelde nog dat het volledig afwijzen van de claim buitenproportioneel was, als misleiding vastgesteld zou worden op basis van de verkeerde tenaamstellingen. “In dit verband overweegt het hof dat alleen in bijzondere omstandigheden kan worden aangenomen dat het (gehele) verval van het recht op uitkering niet gerechtvaardigd is. Dergelijke omstandigheden zijn niet gesteld of gebleken. In tegenstelling tot hetgeen [appellant] betoogt, is de tenaamstelling van een factuur, naast het aanschafbedrag, een wezenlijk onderdeel van de factuur, omdat op basis daarvan immers kan worden nagegaan wie de schade heeft geleden. Bovendien vormt de tenaamstelling slechts een van de onjuistheden die in de factuur zijn aangetroffen.”  

Bron: bijdrage van Bart van de Laak van 17 april 2019 op www.amweb.nl                   

Vorige pagina